In betere tijden werd het NPO orgaan geregisseerd door Jos de Zeeuw. Zelf schreef De Zeeuw een column onder de naam `t zijn de kleine dingen …Één keer schreef hij een heel mooi stukje over het selecteren van duiven en vooral over hoe hij van zijn overtollige duiven afkwam, deze column ging ongeveer als volgt:
Sinds 7 jaar woont een allochtone familie uit Turkije naast me. Hele fijne mensen, altijd heel vriendelijk. Met mijn buurman heb ik de afspraak dat ik in de eerste drie maanden na het duivenseizoen regelmatig een mandje klaar zet, in ons kleine schuurtje, met overtallige duiven. Zijn vrouw maakt daar weer overheerlijke gerechten van. Regelmatig worden wij dan ook getrakteerd op een heerlijke maaltijd. Het afgelopen seizoen liep niet helemaal naar de zin. Mijn kolonie welke ik de laatste 20 jaar heb opgebouwd kan niet meer opboksen tegen de moderne eisen. Mede hierdoor viel mijn oog in de vereniging op een advertentie die was opgehangen op het prikbord. De kampioen van de naburige gemeente bood daar een klein koppeltje late jongen aan, tegen een redelijke prijs. Het is een kleine liefhebber die zeer bijzonder presteert.
De beste man gebeld,en ik kon na enig onderhandelen vrijdagavond bij hem terecht om de 10 late jongen bij hem op te halen. Een leuke avond, gezellig praten over onze gezamenlijke hobby’s en vrienden. Zeer verguld was ik toen ik 10 hele mooie jongen door de hand mocht nemen, welke mijn toekomst moest versterken.Thuisgekomen het mandje in het kleine schuurtje geplaatst. Mijn excuus was dat als ik ze nu in het hok zou doen het te donker voor de duiven was om een goed plekje te kunnen vinden. De werkelijke reden is natuurlijk dat ik de duiven de volgende dag nog eens goed wilde bestuderen. Het plezier van de nieuwe aanwinst was net zo groot als een lolly voor een klein kind.
De volgende morgen na het ontbijt ben ik naar het kleine schuurtje gegaan. Wat nu ??? Het mandje is weg !!! Ik stond voor een compleet raadsel. Hoe kon dit nu. De volgende dag stond de buurman in de achtertuin, hij bedankte mij zeer hartelijk voor de overheerlijke duiven. Zijn vrouw had er iets speciaals van gemaakt en hij kwam er ons wat van brengen. Het mandje kwam me opeens wel erg bekend voor. Ik heb hem toch maar het voorval wat proberen uit te leggen. Hoewel hij bezorgt keek, bleef hij ook lachen, waarschijnlijk begreep hij niet alles. Een paar dagen later werd ik door zijn dochter aangesproken. Zij moest van haar vader aangeven dat ik me niet verplicht moest voelen om duiven aan te leveren. Zij had begrepen dat ik dure duiven had gekocht voor het eten van hun gezin. Zij dankte mij namens haar ouders voor het gebaar, maar ze vonden het niet nodig.